Shanice van de Sanden: ‘Sommigen houden van me en anderen vinden me niks’

Voetbal Voor het EK van vorig jaar viel 95-voudig international Shanice van de Sanden af. Deze vrijdag weet ze of ze mee mag naar het WK in Australië en Nieuw-Zeeland. „Ik ben nu de beste versie van mijzelf.”

Shanice van de Sanden afgelopen zondag tijdens de fandag van het Nederlands elftal in Zeist.
Shanice van de Sanden afgelopen zondag tijdens de fandag van het Nederlands elftal in Zeist. Foto Mona van den Berg

Haar lach is terug. Shanice van de Sanden loopt opgewekt rond bij Oranje. Alsof ze nooit is weggeweest. En haar aanwezigheid lijkt aanstekelijk te werken op de rest van de selectie. „De sfeer in de groep is als vanouds. Ik heb al die meiden gemist. Ik geniet er met volle teugen van”, zegt Van de Sanden aan een tafeltje in het Limburgse Horst. Ook binnen de lijnen voelt ze zich weer sterk: „Ik ben nu de beste versie van mijzelf. Ik denk dat ik met mijn snelheid en explosiviteit wat extra’s kan brengen.”

Van de Sanden (30) was blij verrast toen bondscoach Andries Jonker haar eind mei opnam in de voorselectie voor het WK in Australië en Nieuw-Zeeland. Dat was precies een jaar nadat diens voorganger Mark Parsons haar af had laten vallen voor het EK in Engeland. Ze doet er alles aan om te voorkomen dat Jonker haar vrijdag alsnog als de laatste ‘afvaller’ naar huis stuurt. „Ik leef vooral in het hier en nu. En dat betekent dat ik op iedere training de beste wil zijn.”

EK van 2009

Het heilige vuur brandt weer bij de speelster van Liverpool, die in december 2008 als zestienjarige debuteerde in Oranje. Ze maakte de doorbraak van de Nederlandse voetbalsters mee tijdens het EK van 2009 in Finland, behoorde tot de smaakmakers van het elftal dat in 2017 in eigen land Europees kampioen werd en deed als invaller mee aan de verloren WK-finale vier jaar geleden in Frankrijk, tegen de VS.

De grillige buitenspeler is binnen en buiten de lijnen iemand die graag opvalt en met eigenzinnige acties in de spotlights staat. Dat stuit soms ook op weerstand. Zo viel de 95-voudig international verschillende periodes buiten de selectie van Oranje. En zat ze er wel bij, dan was haar rol vaak omstreden. Ze kreeg te maken met kritiek van buitenaf. Het gebrek aan onvoorwaardelijk vertrouwen in combinatie met enkele sterfgevallen en tegenvallend spel, zorgde bij Van de Sanden voor een mentale dip. „Ik heb de afgelopen jaren als mens heel veel geleerd”, verzucht ze. „Vooral om van mezelf te houden. En te geloven in wat ik kan. En dat doe ik. Ik straal weer.”

Van de Sanden kijkt liever vooruit, maar wil na enig aandringen toch ingaan op de periode die achter haar ligt. „Als alles goed loopt dan is het leven als voetballer prachtig, maar als de wereld opeens negatief naar je kijkt komt dat hard aan. Zeker voor iemand die zoals ik altijd positief naar anderen is. Ik kon moeilijk begrijpen waarom mensen soms zo naar kunnen doen. Ik heb hulp gezocht en heb leren inzien dat sommigen van me houden en anderen me niks vinden. Maar ik ben wel de Shanice van de Sanden die ik zelf wil zijn. Een blij mens dat veel lacht.”

De rechtsbuiten gelooft dat alles in haar leven met een reden gebeurt. „Ik ben niet religieus opgevoed, maar ik geloof wel in iets groters. Dat we allemaal op een of andere manier met het universum in contact staan. Dat er altijd na moeilijke tijden weer mooie dingen op je pad komen. Daar ben ik zelf het bewijs van. Na het overlijden van mijn vader en mijn schoonvader, raakte mijn vriendin zwanger. Met die kleine op komst kijk ik opeens toch weer anders tegen het leven aan.”

De ogen van Van de Sanden beginnen te glinsteren als ze het over het komende moederschap heeft. Na Stefanie van der Gragt en Sherida Spitse wordt Van de Sanden de derde moeder bij Oranje. „Af en toe hebben we het daar wel over tijdens de lunch of een diner”, vertelt ze. „Ik ben helemaal klaar om moeder te worden. Ik heb heel veel liefde te geven.”

Van de Sanden maakt zich samen met haar partner Tatjana Jempormiasse wel zorgen over de wereld waarin hun kind gaat opgroeien. „Moeten we er wel aan beginnen? Die vraag hebben we wel gesteld. Ons kind zal een mix zijn van Nederlands, Surinaams en Moluks bloed. Een echte wereldburger. Ik hoop dat hij of zij in zichzelf gaat geloven en altijd klaar zal staan om anderen te helpen. Dat vind ik belangrijk. Ik ben er trots op dat ons kind Van de Sanden zal gaan heten. De achternaam van mijn moeder.”

Lees ook: Deze 17 voetballers, trainers en officials zwijgen niet langer over racisme (uit 2020)

Inclusief Oranje

Van de Sanden wil nu vooral als profvoetballer een inspiratie zijn voor jonge meiden. Ze vindt het jammer dat de Oranje Leeuwinnen veel minder inclusief zijn dan het Nederlands elftal van Ronald Koeman. Met Lineth Beerensteyn, Esmee Brugts en Jacintha Weimar is ze een van vier internationals met Surinaamse roots. „Hoe dat komt? Misschien is dat iets cultureels. Dat sommige meisjes met een bepaalde achtergrond toch nog niet zo snel gaan voetballen. Daar moeten we dus ook nog flinke stappen zetten. Ik lever daar graag op mijn manier een bijdrage aan.”

Van de Sanden kijkt met ontzag naar de Amerikaanse internationals, die verschillende statements maakten tegen racisme, maar ziet zichzelf niet als activist. „Racisme is verschrikkelijk”, zegt ze. „Het is heel treurig om te zien dat het er nog steeds is. Al moet ik zeggen dat ik er als voetballer nog nooit mee te maken heb gehad. Niet bij mijn clubs. En niet bij Oranje. Ik zou daar denk ik heel erg van schrikken.” Ze houdt even stil en vervolgt: „Misschien dat ik hier na mijn carrière iets mee ga doen.”